Oorlogje spelen

 We zijn inmiddels al weer een tijdje ouwe stomp. In november 1970 zwaaien we af. Het is al een stuk rustiger geworden, wat oefeningen betreft. Vandaag gaan we als vijand tegen een stel oliebollen van de jongste lichting aan de slag. We gaan naar Anloo. Omdat we precies weten, wat die oliebollen te horen krijgen (we hebben zelf immers ook die opleiding gedaan) stemmen we onze tactiek daar op af. We besluiten geheel af te wijken van de standaard werkwijze. Dus we klimmen met onze wapens de bomen in en gaan dus niet ergens langs de route verscholen op de grond liggen.
Na een tijdje krijgen we het bericht, dat de oliebollen eraan komen. En ja hoor, als we naar beneden kijken, zien we twee verkenners in hun nieuwe uitrusting aankomen kakken. Ze kijken goed om zich heen, maar niet naar boven. Want dat is hen niet geleerd. Een eind verderop geven de verkenners het teken "volgen". Even later komt de rest van de meute aan lopen, met een sergeant helemaal achteraan. We wachten geduldig tot de laatste man onder ons doorgelopen is. Dan breekt de hel los. De mannen in de bomen openen het vuur op het peloton oliebollen. "Vijand op 6 uur!! Dekken, dekken!!"schreeuwen de sergeanten. Het complete peloton wordt afgeschoten, inclusief twee sergeanten.

De sergeanten zijn woest. Niet op hun oliebollen, maar op ons. "Dit is niet de afspraak!", briest één van hen naar boven. "We doen dit over en kom onmiddellijk uit die bomen", schreeuwt hij kwaad. "Hé, het is toch oorlog! Jullie hebben verloren!", waagt één van ons triomfantelijk te roepen. Maar de beide sergeanten kunnen niet tegen hun verlies. "Jullie gaan op rapport als je niet doet wat  ik zeg", dreigt een van hen. Als we weer op de grond staan, gaat het spelletje opnieuw beginnen. Maar nu zoals de sergeanten het willen, zodat ze kunnen winnen.