Aan de verliezende hand

Nu ik wat langer onder de wapenen ben, begin ik te wennen aan mijn omstandigheden. Per saldo is het voor mij wel een geldverslindend nutteloos gebeuren. Oké, ik word zelf weer een ervaring rijker. Het leger zoals ik dat nu meemaak is een achterhaald fenomeen, met ouderwetse, soms hilarische, vastgeroeste ideeën over oorlogvoering. Ik bedoel wie gaat er nou een mitrailleursnest dat zich op en kale heuvel bevindt bestormen?  Dan bel je toch even de maten van de luchtmacht of de mortiergroep? Of met een loodzware houten roeiboot een 'verrassingsaanval' uitvoeren?
Het materieel en de uitrusting is verouderd, storingsgevoelig en niet berekend op de taken. Van de 8 Centurion tanks die op oefening meegingen, waren er binnen drie dagen 6 kapot. De Duitsers in hun Leopards stoven lachend voorbij. Ik zou me bijna spontaan gaan camoufleren om het schaamrood op mijn kop te bedekken. En waarom mij gezegd wordt dat ik me moet scheren en mijn schoenen moet poetsen terwijl ik onder hevig vijandelijk vuur lig, is me ook een raadsel. Of bestaat de vijand soms louter uit vrouwelijke soldaten? Doe mij maar meer munitie. En dan al die strikt tijd gebonden zaken. Of zijn dat afspraken met de Rooie Rakkers? "Jongens, dit weekend niet aanvallen hoor, want we hebben  verlof!" Iedereen weet wanneer ie over het hek kan, omdat de rondes van de wacht ook op vaste tijdstippen plaatsvindt en publiekelijk bekend zijn.
Wie een oorlog wil winnen, moet goed gemotiveerde militairen hebben. Maar aan psychische begeleiding wordt niets gedaan. Zelfs niet na ernstige incidenten. Eerder het tegenovergestelde : het komt allemaal erg demotiverend over. Kortom, zonde van al dat geld en de tijd. Nog twee maanden. Misschien ben ik dan vrij.