Afgestraft

Het is vrijdagmiddag. De week is voorbij gevlogen. Op de kamer hebben we de wekelijkse inspectie voor de bedden. Alle kasten en bedden worden gecontroleerd. Hier en daar moet er nog wat recht gestreken worden. De vaandrig, afkomstig van de KMA in Breda, doet zoals gewoonlijk op fanatieke wijze zijn best. Hij heeft de gewoonte om ons flink te sarren en uit te dagen met zijn arrogante grote bek. Dankzij hem hebben we heel wat straf uren op de stormbaan doorgebracht of gewoon in de stromende regen gestaan. Als een kledingstuk niet goed gevouwen is, trekt hij de hele kast om. Wie ingaat op zijn pesterijen, zit het weekend vast. Als hij bij de kast van soldaat Stoffer*) komt, trekt hij een foto van de binnenkant van de deur af. Vervolgens gaat hij voor de soldaat staan en vraagt : “Is dit spook soms van jou?”, terwijl hij de foto van diens vriendin grijnzend voor hem houdt. Als in een flits grijpt Stoffer in zijn kast en drukt de vaandrig een bajonet op de keel. De punt steekt in zijn strot. Er stroomt een beetje bloed over zijn puntige adamsappel. Stoffer’s ogen puilen uit. Hij bijt de vaandrig zacht, maar voor iedereen  hoorbaar toe : “Als je nog één keer zoiets flikt, snijd ik je strot af!” De anders altijd zo stoere vaandrig stottert uit zijn anders altijd grote mond zachtjes “Ja”. Tussen zijn glimmende zwarte schoenen zie ik een druppels bloed op de grond verschijnen. De man met de grote bek is zowaar een angsthaas geworden! Op een rustige manier doet Stoffer zijn bajonet weer terug in de kast en gaat weer in de houding staan. De vaandrig rent de kamer uit. Na vijf minuten wachten gaan we naar buiten, naar het plein voor de eind inspectie. De vaandrig, die net met zijn stage was begonnen bij ons op het peloton, hebben ik daarna nog één keer gezien. Met een grote pleister op zijn strot stiefelde hij over het square.

*) naam veranderd