Op stap in Goslar (D)



Met name tijdens oefeningen in het voormalig West Duitsland mochten we een paar keer (!) zomaar stappen. Hoewel, dat was één keer echt stappen, de overige keren met de hele meute onder toezicht. Ik herinner me nog wel een bezoek aan een discotheek in Paderborn. We zijn ook aan de Oost Duitse grens geweest en hebben op een zondag een bezoekje gebracht aan het Duitse stadje Goslar, dat ten zuidoosten van Hannover ligt aan de noordkant van de Harz. Een mooi gebied trouwens. Daar bezochten we een paleis, Kaiserpfalz. In het centrum van dat pittoreske stadje hebben we een terrasje gepakt. Die dag herinner ik me vooral, omdat het prachtig zomers weer was.

Toen in het nieuws

Er waren natuurlijk ook allerlei andere toestanden in en rond de militaire dienst(plicht). Ik heb een aantal krantenknipsels van toen bewaard.







Wat een ellende!

Ik las ergens dat een legeroefening is geannuleerd, omdat 'het materieel niet beschikbaar is'. Dat laatste is een politiek correcte uitspraak. Een gewoon mens zegt dat de boel, in dit geval legervoertuigen, weer kapot is. Ik schrijf 'weer', want het is geen incident maar een structureel probleem. Gelukkig krijgen de militairen na het pang! pang! debacle (geen geld voor munitie) nu dus geen stokpaardjes als alternatief om voor Jan met de korte achternaam te lopen.
De contributie voor het lidmaatschap van de NAVO is altijd al een groot probleem geweest. Het zal mijn tijd wel duren. Misschien komt er een echt slimme (geen sluwe) minister, die de hele zaak eens naar een hoger niveau tilt. Door vanuit het lidmaatschap van de NAVO en de EU een beleids- en strategisch plan op te stellen. Op die manier zou men een efficiënt en effectief leger kunnen opzetten (als onderdeel van een groter geheel) met kwalitatief goed materieel en materiaal. Liever een professioneel uitgeruste en getrainde kleine groep, dan een grote, rammelende chaos waarmee men van alles wil maar weinig tot niets kan. Onze militairen verdienen beter en minder risico's.

Mijn FAL

rustend naast mijn FAL op tweepoot
Als persoonlijk wapen kreeg ik de beschikking over de FAL. Een Fusil Automatique Léger. Dat Léger, licht, viel snel tegen. Vooral als we met dat ding moesten marcheren. Ik kreeg er geregeld spierpijn van. Het wapen was voorzien van een magazijn, waar ik twintig 7,62 mm patronen in kon doen. Volgens het Handboek Soldaat zou ik vier van die magazijnen moeten hebben, maar voor zoveel was niet genoeg geld. Dus kreeg ik er twee. Een lege op het wapen en een lege op zak.
Bij dat geweer behoorde nog wat accessoires. Zoals een doosje met schoonmaakgereedschap inclusief een lege patroon en een rode stop. De patroon was bedoeld om het laden te testen. De dop werd op de vuurmond geschroefd als we losse flodders schoten. Dan spuwde hij geen vuur. Die stop mocht nooit mee naar de schietbaan. Er hoorde ook een draagriem en bajonet bij dat geweer. De zwarte, stalen bajonet annex mijnenprikker moest over de 'schiettapmondingsvlamdemper' (goed voor Scrabble!), de vuurmond van de loop, heen geschoven worden en zat dan vergrendeld met een sluitsysteem. De bajonet zat standaard in een foedraal die aan de riem gehangen kon worden.
Het wapen beschikte over twee steunen, die uitgeklapt konden worden. Het kon zowel losse schoten afgeven als semi automatisch vuren. Het vizier was standaard afgesteld op 250 meter.
De FAL kon ook granaten afvuren. De FAL moest dan met de kolf op de grond geplaatst worden. Op de loop werd de granaat gemonteerd, die dan afgeschoten werd. Dat heb ik niet mogen aanschouwen, ook vanwege de kosten. Ja, het leger was vergeven van de kruideniersmentaliteit. Tot aan het eind van een boekjaar. Dan werd er met geld gesmeten, vooral via zinloze oefeningen. Boven de plaats waar het magazijn zich bevond, was een draagbeugel.
Het wapen werd bewaard in de wapenkamer. Mijn FAL had wapennummer 53095. Dat nummer was in een metalen plaatje gegraveerd. Zodra ik het geweer van zijn plek in de wapenkamer haalde, moest ik dat plaatje op zijn plaats hangen. Als de FAL in de wapenkamer was, hing het plaatje in mijn kast. Ik heb met de FAL heel wat schoten gelost. Zowel met scherp als met losse flodders. Zowel losse schoten als automatisch. Ik weet niet meer hoe vaak ik dat wapen gedemonteerd en weer gemonteerd heb. Ook geblinddoekt. We hebben samen ook heel wat kilometers afgelegd. Ik heb dat ding één keer laten vallen. Dat resulteerde in 50 keer opdrukken. Ik pakte hem een keer tijdens een nachtoefening op, maar had niet in de gaten dat ie tegen schrikdraad stond. Met die FAL heb ik menige nacht doorgebracht. Hij lag ook in mijn slaapzak. En toch is die FAL nooit mijn ding geworden. Ik bleef het een onding vinden voor het veldwerk. Nee, dan liever een kruisboog.