Aan de verliezende hand
Het materieel en de uitrusting is verouderd, storingsgevoelig en niet berekend op de taken. Van de 8 Centurion tanks die op oefening meegingen, waren er binnen drie dagen 6 kapot. De Duitsers in hun Leopards stoven lachend voorbij. Ik zou me bijna spontaan gaan camoufleren om het schaamrood op mijn kop te bedekken. En waarom mij gezegd wordt dat ik me moet scheren en mijn schoenen moet poetsen terwijl ik onder hevig vijandelijk vuur lig, is me ook een raadsel. Of bestaat de vijand soms louter uit vrouwelijke soldaten? Doe mij maar meer munitie. En dan al die strikt tijd gebonden zaken. Of zijn dat afspraken met de Rooie Rakkers? "Jongens, dit weekend niet aanvallen hoor, want we hebben verlof!" Iedereen weet wanneer ie over het hek kan, omdat de rondes van de wacht ook op vaste tijdstippen plaatsvindt en publiekelijk bekend zijn.
Wie een oorlog wil winnen, moet goed gemotiveerde militairen hebben. Maar aan psychische begeleiding wordt niets gedaan. Zelfs niet na ernstige incidenten. Eerder het tegenovergestelde : het komt allemaal erg demotiverend over. Kortom, zonde van al dat geld en de tijd. Nog twee maanden. Misschien ben ik dan vrij.
Aan de drank
Mijn cola vlug even geruild voor een pilsje... |
Later lapten we wat geld bijeen om een eigen bar te maken. De Compagnies bar bevond zich op zolder. Daar was het leuk toeven de laatste maanden. Maar voor we afzwaaiden moest de boel weer afgebroken worden, zodat de volgende lichting er weer een kon installeren. Geheel dus volgens het ambtelijke systeem : geldverslindend nutteloos gedoe.
Exercities
Het 44e Pantserinfanteriebataljon in 1970 te Zuidlaren |
We hadden ook een paar telgangers in het peloton en mensen die niet zo snel het onderscheid konden maken tussen links en rechts. Voor hen kwam vaak het advies, dat links is waar je duim rechts zit. Dat maakte de verwarring nog groter, dus dat schoot niet zo op. Op het commando 'Peloton Halt!' Moesten we na het woord 'Halt', tellen door in gedachte te zeggen : 'en sta stil'. En bij het woord 'stil', moesten je voeten naast elkaar staan. Met die lompe schoenen aan kon je goed horen of het allemaal gelijk ging. We hebben een aantal strafexercities moeten doen. Deels omdat we het marcheren niet goed deden. Vaak gebeurde dat met opzet. En deels vanwege een strafmaatregel wegens wangedrag. Dat laatste was 's avonds, maar dat vonden we niet erg omdat de sergeant dan ook moest overwerken.
Een getuigenverklaring
Na aankomst in de kazerne bleek dat de pezen niet meer gehecht konden worden. De sergeant was veel te laat gekomen. Later heeft de (inmiddels afgekeurde) sergeant een claim ingediend en daarbij de gang van zaken beschreven. Wij hebben als groepsleden een getuigenverklaring ondertekend, wat ons niet in dank werd afgenomen door de kapitein. Hij wilde dat we die verklaring zouden intrekken, zodat ook dit voorval gewoon in de ambtelijke doofpot zou belanden. Maar dat hebben we dus niet gedaan.
Gestraft
Het werden er dus drie. Na een dag kwam ie weer langs om even bij te praten. Toen heb ik hem maar verteld waarom we het gedaan hadden. Hij moest er toen wel een beetje verlegen om lachen. Als een boer met kiespijn. De luit schold mij de resterende dagen toen maar kwijt.
Een koude douche
Op een rij
Oorlogje spelen
We zijn inmiddels al weer een tijdje ouwe stomp. In november 1970 zwaaien we af. Het is al een stuk rustiger geworden, wat oefeningen betreft. Vandaag gaan we als vijand tegen een stel oliebollen van de jongste lichting aan de slag. We gaan naar Anloo. Omdat we precies weten, wat die oliebollen te horen krijgen (we hebben zelf immers ook die opleiding gedaan) stemmen we onze tactiek daar op af. We besluiten geheel af te wijken van de standaard werkwijze. Dus we klimmen met onze wapens de bomen in en gaan dus niet ergens langs de route verscholen op de grond liggen.
Na een tijdje krijgen we het bericht, dat de oliebollen eraan komen. En ja hoor, als we naar beneden kijken, zien we twee verkenners in hun nieuwe uitrusting aankomen kakken. Ze kijken goed om zich heen, maar niet naar boven. Want dat is hen niet geleerd. Een eind verderop geven de verkenners het teken "volgen". Even later komt de rest van de meute aan lopen, met een sergeant helemaal achteraan. We wachten geduldig tot de laatste man onder ons doorgelopen is. Dan breekt de hel los. De mannen in de bomen openen het vuur op het peloton oliebollen. "Vijand op 6 uur!! Dekken, dekken!!"schreeuwen de sergeanten. Het complete peloton wordt afgeschoten, inclusief twee sergeanten.
De sergeanten zijn woest. Niet op hun oliebollen, maar op ons. "Dit is niet de afspraak!", briest één van hen naar boven. "We doen dit over en kom onmiddellijk uit die bomen", schreeuwt hij kwaad. "Hé, het is toch oorlog! Jullie hebben verloren!", waagt één van ons triomfantelijk te roepen. Maar de beide sergeanten kunnen niet tegen hun verlies. "Jullie gaan op rapport als je niet doet wat ik zeg", dreigt een van hen. Als we weer op de grond staan, gaat het spelletje opnieuw beginnen. Maar nu zoals de sergeanten het willen, zodat ze kunnen winnen.
Wapeninspectie!
Slag gewonnen
We reden alles omver wat in de weg stond om onze gevechtsposities in te nemen. Zo gebeurde het dat we in de omgeving van Syke met de YP een complete muur plat reden, omdat we niet twee meter meer naar links mochten staan. Ook reden tanks en pantserwagens pardoes de akkers op, waar de gewassen op de oogst stonden te wachten. Achter ons aan kwam een schade-expert, die de onnodig aangerichte schades opnam. Tijdens die oefening moesten we o.a. de rivier de Weser oversteken in zogenaamde aanvalsboten. Dat waren ordinaire zware houten roeiboten, die we op het pantservoertuig meenamen. Gevolg was, dat met dat warme weer de luiken niet open konden. Het weekend, in het plaatsje Syke, brachten we door met het onderhouden van onze uitrusting inclusief de wapens. In dat bewuste weekend hadden we mot met de legerleiding. We mochten niet afhangen (= in gemakkelijker outfit rondlopen). Maar toen we dreigden Big Ferro in de soep te laten lopen, door maandag niet te roeien maar ons in die boten gewoon de Weser af te laten drijven, kregen we alsnog toestemming om af te hangen. Onze eerste overwinning op het kader, dat zich steeds meer begon te realiseren dat hun succes afhing van onze inzet en motivatie.
Afgestraft
*) naam veranderd
In de soep
't was koud |
Tijdens een oefening in Duitsland, kropen we zoals gewoonlijk weer vroeg in de slaapzak. We konden het altijd goed met elkaar vinden, ook al vertelde hij nauwelijks iets over zijn privé leven. Het was hartje winter en de temperatuur daalde 's nachts tot zo'n min 20 graden. We hadden een gasbrandertje bij ons, waarmee we de tent verwarmden. Dat ding werd heel even aangestoken, omdat we maar één reserve tankje hadden. Op een avond besloot Bertus even wat tomatensoep in zijn metalen mok op te warmen. Terwijl ik vanuit mijn slaapzak naar zijn kookkunst lag te kijken, viel de mok dampende soep van het brandertje. Bertus vloekte de puptent bol en schold alle dieren uit het bos van Sennelager. Toen begon hij met zijn lepel de soep van zijn slaapzak te schrapen. "Laat maar lekker liggen, man" zei ik, "morgenochtend kan je het er zo vanaf schudden". En dat was ook zo. De volgende dag sleepte Bertus zijn slaapzak naar buiten, klopte wat met de zak en de bevroren plakken soep vlogen er vanaf. Die werden weer keurig in een messtin gedaan. Voor de komende avond als ie weer een poging 'soep eten in je slaapzak' zou ondernemen.
De Vuurdoop
We zouden nog een paar keer terugkeren naar het Infanterie Schiet Kamp de Harskamp. We moesten toen het zuiveren van een stedelijk gebied gaan oefenen. Granaten door de ramen van huizen gooien en dan het pand overnemen.Daarvoor gebruikten we enterhaken om via touwen naar de eerste verdieping te komen. Erg leuk als maten niet kunnen klimmen. We moesten ook letten op booby traps. Daarmee bedoel ik niet een soort beha, maar een valstrik met explosieven.
Op transport
Help, Mio inspectie!
Streeploos
Dus besloot ik voortaan mijn strepen af te doen en gewoon naar de manschappenkantine te gaan en in de vreetschuur tussen hen plaats te nemen. Eén keer werd mij gevraagd : "Jij bent toch korporaal?". Toen heb ik "Nee hoor, gelukkig niet", geantwoord. Ik hoorde geen haan kraaien. Een leugentje om bestwil.
PX10
Onderhoud |
Wat is het geval? Het schoonmaakmiddel dat voor wapenonderhoud werd gebruikt, de PX zoals we dat spul noemden, blijkt een kankerverwekkende stof te bevatten (benzeen). Er hebben zich inmiddels zo'n1.500 mensen gemeld waaronder een aantal gevallen waarin sprake is van kanker. Midden jaren 80 was de aanwezigheid van het benzeen al bekend bij Defensie. Pas in 1995 werd PX10 verboden.
Wij gebruikten dat spul ook om de wapens te reinigen. Hardstikke goed spul was die PX, maar zoals nu blijkt, ook zeer gevaarlijk voor de gezondheid. Voor alle zekerheid ga ik me toch maar even melden.
Oefening Pantserstorm
In de kazerne aangekomen wachtte ons geen een minuut stilte, maar een inspectie van de kleding. Een kapitein van de commando's (uiteraard met snor) kneep ons af. Al het wintergoed moest uit. Dus geen ondergoed met lange mouwen en/of pijpen en ook geen voeringen in de jas of wanten of (muts)sjaal. In de kou moesten we ons onder luid gebral van al het overbodige ontdoen. Het deed me even denken aan bepaalde situaties in de 2e Wereld Oorlog. De commando's zelf liepen rond in een overal met daaronder alleen een onderbroek. En het was toch echt rond het vriespunt. We moesten op stretchers in een grote tent slapen. De koude wind waaide onder de tent en het canvas van de stretcher door en mijn rug bevroor 's nachts. De halve puptent als onderlegger hielp nauwelijks. De eerste week was het veel stormbaantjes (een soort hindernisbaan) nemen, al dan niet met bepakking. Lopen dan wel speedmarsen moesten we ook veel. Trouwens, gewoon lopen kende men daar niet bij het KCT. Alles moest minstens in looppas. We moesten ook een toren beklimmen van zo'n 25 meter hoog. Vanaf die hoogte moesten we met een tokkel (stukje touw met twee houten handgrepen aan de uiteinden) naar beneden suizen langs een touw dat vanaf de toren naar de begane grond was gespannen. Vette shit dus. Vooral dat sprongetje van dat zitplankje op ruim 20 meter hoogte het luchtledige in was voor velen de eerste keer een flinke drempel. Net alsof je zelfmoord pleegde op commando : "Gooo!!" Voor anderen bleef het een te hoge drempel. Maar de keus was ook niet eenvoudig : de ziekenboeg of Pantserstorm. En de ziekenboeg was voor watjes. De ijskoude stalen constructie deed je handen bijna vastvriezen en herinnerden je extra aan het gemis van handschoenen. In de eerste week ijzelde het geregeld. Dus het lopen en vooral het speedmarsen (3 minuten hard en 1 minuut gewoon lopen met bepakking op je rug) verliep soms wel héél erg gladjes. Er werd heel wat gevloekt. De verkrampte manier van lopen deed me ook kennismaken met spieren waarvan ik het bestaan tot dan niet afwist.
Oefening Pantserstorm -2-
Oefening Pantserstorm -3-
Ingerukt, mars!
Een dienstbevel weigeren
In Uruzgan heeft een peloton verkenners een dienstbevel geweigerd uit te voeren. Nou, dat is nogal wat. Maar ergens begrijp ik die gasten wel. In sommige gevallen zijn die bevelen pure zelfmoord. Het vervelende is dan, dat je eerst zo'n bevel moet uitvoeren en daarna mag je in beklag gaan. In het ergste geval vanuit je graf, denk ik, en anders vanaf je hospitaalbedje. Een groot probleem vond ik de intelligentie van ons kader. Niet dat ik mezelf slimmer vond, maar dat ze zelf niet eens in de gaten hadden hoe dom sommige bevelen overkwamen. Wij kregen bevelen, die je achter de oren deden krabben. Oké, het was maar oefening, maar het gaf wel aan hoe het in werkelijkheid eraan toe kan gaan. Zo moesten wij een mitrailleursnest bestormen, dat op een kale heuvel gelegen was. Vanuit dat nest was het heel eenvoudig om ons met mitrailleurvuur neer te maaien á la Hamburgerhill. Het was logischer om van afstand een granaat of een bom op dat nest te laten vallen, maar ach de infanterist heette niet voor niets kanonnenvoer. De pantserwagens waarin wij reden, werden doodskisten genoemd. Een eenvoudig doelwit voor anti-pantsergeschut. Als verkenner moet je over stalen zenuwen beschikken. Het is telkens weer de vraag of de vijand jou als eerste afknalt, of dat hij eerst een groep laat passeren en dan pas het vuur opent. Tijdens mijn diensttijd vond ik het al een zenuwenbaan. Lijkt me in een oorlogsgebied een job om compleet gek van te worden. Helemaal als je in een gebied bent, waar de vijand onzichtbaar heerst en je uitrusting verre van voldoende is. Wie een dienstbevel in oorlogstijd weigert, wacht de kogel is mij altijd gezegd. Nee, dan maar toch Nieuwersluis waar het Militair Penitentiair Centrum gevestigd is.
Mijn puptent
Twee halve maken een hele |
Vraag mij niet waarom dat ding (hier twee in opgerolde toestand) puptent heet. Misschien een tent voor jonge honden? Het is trouwens niet eens een tent. Het is een tentje en dan ook nog de helft van een tentje. Het kan een heel tentje worden, als een dienstmaat samen met mij een compleet tentje wil opzetten. Hij heeft precies zo'n halve tent. Aan zo'n tenthelft zitten : een scheerlijn (het dikke touw dat om de tent gerold is), knoopsgaten en knopen. Met de laatste kan je hem aan een andere tenthelft vastmaken. Een tenthelft heeft ook 1 stok. Die bestaat uit drie delen. En een viertal haringen. Ze zijn van hout en natuurlijk legergroen van kleur. Samen met mijn dienstmaat Bertus heb ik dus twee tentstokken. Als het tentje is opgezet, passen we daar precies in. Het fijne van zo'n puptent is, is dat ie pikdonker is van binnen en water- en winddicht. Het vervelende van zo'n tentje is, dat je er vaak erg laat in ligt en midden in de nacht uitgeschreeuwd kan worden om wacht te lopen of vanwege een altijd loos alarm. En dan heb ik het maar niet over de lichaamsgassen, die het doek geregeld bol lieten staan. De tenthelft wordt gebruikt als we op bivak gaan. Bivak is een oefening, waar je ook 's nachts in het veld blijft. Als dat niet het geval is, dan is het een veldoefening. Na een veldoefening keren we dezelfde dag terug naar de kazerne.
Onvoorbereid en geen nazorg
de mist in |