De schuttersput -3-



De pioniersschop

Wie moet piesen moet dat in de granaatgleuf doen. Poepen doe je in je buitenhelm. Die moet je niet vergeten te legen en schoon te maken, alvorens je hem weer op je knar zet. Gedurende de rest van de nacht heb ik zitten denken, hoe ik hier ooit verzeild ben geraakt. Misschien had ik een beroep moeten doen op mijn geloofsovertuiging, of lid moeten worden van de club van Mient Jan Faber. Maar ja, voor mijn eigen weerbaarheid is het ook weer niet verkeerd. En die Mient Jan-houding heb ik al tijdens mijn jeugd van huis uit opgelegd gekregen : als ze je op je ene wang slaan, moet je de andere toekeren. Inmiddels was ik erachter gekomen, dat je beter een paar flinke rammen terug kunt geven.
Met het aanbreken van de ochtend, krijg ik ook weer een beter gevoel. Eerst kijk ik nieuwsgierig op het ovale deksel dat ik bewaard heb. Het zat op een blik met voer. Ik heb andijvie met aardappelen en gehakt gegeten. Die harde stukjes vet vormden dus samen de jus. Ik krijg zes uur later alsnog een opgelucht gevoel van die koude prut.
We mogen de put verlaten om ons ontbijt te gaan halen. Helm op, gasmasker en wapen mee vanwege de vijand. En niet te vergeten de mestings (aluminium eetbak) en de aluminium mok. Er wacht ons brood met beleg en warme thee. Net als ik mijn mok gevuld heb met lekker hete thee gaat die gekke luit met zijn eetbak op een van de gamellen slaan en schreeuwt : "Gas, gas, gas!!" We kijken elkaar aan en slaken een diepe zucht. Sommigen beginnen weer te schelden en roepen dat we eerst gaan eten. "Zet je gasmasker op, eikels!", schreeuwt de sergeant, "Nu!!". Als iedereen het masker op heeft, wordt er gecontroleerd. Vervolgens moeten we elkaar ontsmetten met de talkpoeder die we in een strooibus bij ons hebben. Er wordt zo fanatiek gestrooid, dat de thee in mijn mok voorzien wordt van een flinke laag poeder.  Dan mag het masker weer in de tas en gaan we weer in de rij staan voor ons ontbijt, dat door het oponthoud wat korter van duur is. De vijand wacht niet.