DAF YP408, onze terreintaxi


Vandaag maken we kennis met het pantservoertuig, een Daf YP408. Een rijdende doodskist met een boordmitrailleur en luiken die, naar later zou blijken, nooit op het juiste moment open zouden gaan. ‘s Zomers heet en ’s winters steenkoud. Net als je kleding en schoeisel. Inmiddels zijn de groepen ingedeeld en elke groep heeft zo’n gietijzeren kar tot zijn beschikking. We hebben een chauffeur, een boordschutter, een radioman, een mitrailleur eenheid, een stel geweerschutters en een groepscommandant. Zelf ben ik tot plaatsvervangend groepscommandant gebombardeerd. Onze YP408 is de C13 met kenteken KN-87-69. We oefenen met rijdend in- en uitstijgen in de omgeving van het Drentse Balloo. Als de achterdeuren open zwiepen moet je bij een snelheid van zo’n 25 km/uur eruit springen met je geweer in je handen. De snelheid wordt alsmaar opgevoerd tot bijna 40 km/uur bij het uitstijgen. Dat levert veel komische en vaak pijnlijke situaties op in de vorm van valpartijen waarbij je achterwaarts over de kop gaat en het geweer je in je kruis slaat. Met een zakkie blauw en een duizelige kop probeer je dan snel aan de kant van de weg in dekking te gaan. En als de eerste man te traag is met instappen, loopt de rest van de meute er hijgend, stof happend, scheldend en vloekend achteraan. Zo’n trage maat krijgt het dan ’s avonds en ’s nachts weer voor zijn kiezen : een wasbak speciaal en een rijles in zijn bed. Die is dan de volgende keer de laatste man die mag proberen rijdend in te stappen, terwijl wij in de bak “gas, gas, gas” roepen naar de chauffeur.