Roerige jaren 70

Het verzet tegen de dienstplicht nam in de jaren 70 alsmaar toe. Veel had direct te maken met de manier waarop volwassen jonge mannen behandeld werd. Ze waren verstandsloze wezens, die enkel geschikt waren om te doden, niet om (mee) te denken en/of te praten.
Veel dienstplichtigen verenigden zich in o.a. de VVDM. Er waren ook dienstweigeraars, zoals Hagenaar Ron Boot en dienstplichtigen die af wilden van de eed en de groetplicht. Er vond ook desertie plaats. Er werden rechtszaken gevoerd en die resulteerden in vaak belachelijk hoge straffen. Zo werd tegen een dienstplichtig militair tot 16 maanden cel geëist, wegens niet groeten! Zo'n straf krijgt men tegenwoordig niet eens meer voor een moord. Er werden ook jonge mannen goedgekeurd, die eigenlijk afgekeurd zouden moeten worden. Ze kwamen snel fysiek of geestelijk in ernstige problemen. Een aantal overleed tijdens de eerste de beste veldloop. Anderen reageerden heftig met o.a. mishandeling en zelfs doodslag als gevolg. Er werd ook veel spullen en zelfs wapens gestolen. Ondanks de fouten van Defensie bij de selectie en indeling, werden de dienstplichtige 'daders' zwaar gestraft.  Redacteuren van een VVDM blad Luctor(?) kregen ook straf wegens opruiende taal in een ingezonden stuk. Dat stukje was anoniem geplaatst. Ondanks dat de redactie duidelijk had aangegeven niet verantwoordelijk te zijn voor de inhoud ervan, werd ze veroordeeld.

Op onze kazerne in Zuidlaren nam in de zomer van 1970 een chauffeur, Hoefkens, op gedenkwaardige afscheid van een eerste luitenant. De hele kazerne inclusief het bataljonspaard stond aangetreden toen het afscheidsfeest begon. Hoefkens zei in zijn toespraakje, dat de luit, de plaatsvervangend compagniescommandant Geersing, de enige officier in het hele bataljon was, die wij als mens gekend hebben, die mens is gebleven en met wie humaan contact mogelijk was. De rest noemde hij een stelletje dominante machtswellustelingen met dictatoriale trekjes. Het stiekeme gelach van alle aanwezige dienstplichtigen was duidelijk hoorbaar. De beroeps ontploften bijna.
Maar ook Hoefkens werd hard aangepakt en kreeg tien dagen verzwaard arrest opgelegd. Ook zijn beide 'medewerkers' kregen verzwaard arrest. Zo'n 50 anderen uit zijn compagnie werden ook gestraft vanwege hun solidaire houding. Maar het verzet ging voort.
In diezelfde zomer werd een groot aantal YP 408 voertuigen onklaar gemaakt op de JW Friso kazerne in Assen. Pacifisten ('opgejut door de VPRO', verklaarde een van de daders later) hadden suiker en zand (ze hadden niet genoeg suiker meegenomen) in de brandstoftanks gegooid. Ook werden wielmoeren losgedraaid. De weerstand tegen de dienstplicht en het militarisme nam toe.